Week 14

Deze week heb ik mijn vooral bezig gehouden met de vormgeving van het bord en alles daar omheen. Ook hebben we een bijeenkomst gehad met een externe examinator. Dit was een goeie voorbereiding alvast op het examen.


Speelbord

Deze week heb ik mijn ontwerp van het speelbord gecombineerd met de gekleurde vakjes. De vakjes geven weer welke kaart er geraapt moet worden, door middel van een kleur. Dit ontwerp wil ik ook gebruiken voor mijn testspel.

Tijdens het kleuren van de vakjes, ben ik nog een beetje aan het kijken of ik donkere of lichte kleuren wil gebruiken. De donkere kleuren passen meer bij de depressie. De vakjes en de kleuren wil ik nog aanpassen als ik mijn eigen foto’s heb gemaakt. Met zelfgemaakte foto’s kan ik beter uitzoeken welke manier van het gebruik van deze kleuren werkt.

Donkere kleuren
Lichte en felle kleuren

Kaarten

Deze week heb ik ook een simpel ontwerp gemaakt van mijn kaarten die ik in het spel gebruik. Uiteindelijk wil ik ook op de kaarten stukken van het gezicht gebruiken. Zodat ook de emotie goed te zien is op de kaart. Ook is het belangrijk dat de emotie ook een beetje bij de kaart past. Verder wil ik nog kijken naar de typografie en de kleuren bij de kaartjes.


Dobbelstenen

Deze week heb ik ook de tijd genomen om alvast mijn dobbelstenen te maken van hout. Het zijn dobbelstenen geworden met de ogen 1 t/m 3. Drie keer 1 oog, twee keer 2 ogen en één keer 3 ogen.


Energiemunten

Mijn eerste ontwerp voor de energiemunten in mijn spel, heb ik deze week ook gemaakt. Ik heb de kleuren zwart, wit, geel en oranje gebruikt. Geel en oranje staan allebei voor energie. Het zwart en wit komen terug in het spel. Met dit ontwerp wil ik nog iets meer experimenteren.


Ontwerp doos

Ik ben begonnen met het uittekenen van de doos, die ik wil maken voor mijn spel. Uiteindelijk wil ik de naam van het spel op de doos zetten en de doos de houtkleur laten. Zo is niet meteen op het eerste oog te zien dat het om een bordspel gaat. Ik ben van plan om het tweede ontwerp te gaan gebruiken.

Eerste tekening
Tweede tekening

Vragen kaartjes

Ook heb ik deze week de vragen voor de kaarten afgemaakt. De kanskaarten en tegenslagen zijn gebaseerd op de gesprekken met de ervaringsdeskundigen.K

Kanskaarten Grijp je de kans? Ga dan 2 plaatsen vooruit. Blijf je liever thuis? Ga dan 2 plaatsen terug.

  1. Een vriend vraagt of je mee gaat wat drinken in de stad. 9 energie
  2. Je wordt gevraagd of je vanavond zin hebt een potje te gamen bij jou thuis. 7 energie
  3. In de keuken staat de afwas van 2 dagen geleden. Je beste vriendin stelt voor om de afwas samen te doen. 8 energie
  4. Vanavond is er een feestje. Je beste vriend vraagt of je ook mee gaat. 12 energie -> meer energie dan andere vragen.
  5. Je broer stelt voor om samen met jou opzoek te gaan naar professionele hulp, zodat je de stap niet alleen hoeft te zetten. 15 energie -> meer energie dan normaal
  6. Het is mooi weer. Je zus vraagt of je zin hebt om een stukje met haar en haar hond te gaan wandelen in het park om de hoek. 7 energie
  7. Je krijgt de kans om te starten bij een nieuwe baan. Dit is een enorm spannende uitdaging. 15 energie -> kost veel energie
  8. Je hebt vandaag veel last van de depressie, toch moet je naar de winkel om iets te eten te halen. 12 energie
  9. Je beste vriend vraagt of hij je mag helpen met de boodschappen voor de komende week te doen. Zo hoef je de boodschappen niet alleen te doen. 7 energie
  10. Je beste vriend vraag of je zin hebt om samen te koken. 8 energie
  11. Er is een leuke nieuwe film in de bioscoop! Je wordt gevraagd of je zin hebt om vanavond mee naar de film te gaan. 10 energie
  12. Een van je beste vrienden is jarig en hij vraagt of je ook langskomt voor een stukje taart. 10 energie -> meer energie omdat je naar iemand anders toe moet
  13. Een vriendin stelt voor om samen de was te doen. Zo hoef je het niet alleen te doen en dat is voor het gevoel minder erg. 9 energie
  14. Een vriendin vraagt of je mee gaat lunchen en jij mag kiezen waar! 12 energie
  15. Je beste vriendin heeft een nieuwe puppy gekocht. Ze vraagt of je zin hebt om hem te komen ontmoeten! 10 energie

Kenniskaarten Goed? Je krijgt 2 energie. Fout? Ga dan 2 plaatsen terug.

  1. Welk van de volgende verschijnselen komt altijd voor bij een depressie? A. Slapenloosheid B. Paniekaanvallen C. Veel aan de dood denken D. Sombere gevoelens
  2. Hoelang moeten depressieve symptomen aanwezig zijn voordat je officieel spreekt van een depressie? A. 5 dagen B. 2 weken C. een maand D. 3 maanden  
  3. Hoeveel procent van de Nederlandse volwassenen tussen de 18 en de 64 jaar krijgt ooit in het leven te maken met een depressie? A. 1 op de 2 (50%) B. 1 op de 5 (20%) C. 1 op de 10 (10%) D. 1 op de 20 (5%)
  4. Hoeveel procent van de Nederlandse jongeren (20-30 jaar) had in 2016 last van een depressie? A. 5 % B. 9% C. 11% D. 7%
  5. Welke andere psychische aandoening komt het vaakst voor bij een depressie? A. Psychose B. Angststoornis C. Eetstoornis D. Dwangstoornis
  6. Tijdens welk dagdeel voelen de meeste mensen met een depressie zich het slechts? A. In de ochtend B. In de middag C. In de avond D. Dat maakt niet uit
  7. Hippocampus:
    De hippocampus speelt een belangrijke rol bij de opslag van informatie in het geheugen, de ruimtelijke oriëntatie en het controleren van gedrag dat van belang is voor de overleving. Plaatje erbij.  Wat gebeurt er volgens onderzoek met de hippocampus als je vaker depressieve periodes hebt? A. Hij wordt groter B. Hij wordt kleiner C. Hij wordt weker D. Hij verkleurt
  8. Welke bewering is juist over depressie? A. Als je veel sport, krijg je geen depressie. B. Een depressie gaat nooit vanzelf over. C. Extra slapen helpt tegen een depressie. D. Depressie komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.
  9. Hoe werden mensen met een depressie vóór de 17e eeuw genoemd? A. Melancholisch B. Flegmatisch C. Hysterisch D. Cholerisch
  10. Waarom kan luisteren naar depressieve muziek opbeurend werken? A. Het is troostend om te voelen dat iemand anders zich nog slechter voelt dan jij. B. Atonale klanken kietelen je hypofyse. C. Door zwartgallig gezang daalt je bloedsuikerspiegel. D. Door lage tonen denk je terug aan de tijd in de baarmoeder.
  11. Tijdens een onderzoek werden muzikanten ondervraagd. Hoeveel procent van de ondervraagde muzikanten gaf aan wel eens depressief te zijn geweest? A. 40% B. 50% C. 60% D. 70%
  12. Wat moet je vooral niet doen als je weet dat iemand in je omgeving depressief is? A. Adviezen geven, (want die zijn vaak irritant, beter kun je de depressie erkennen). B. Stimuleren de deur uit te gaan. C. Doorvragen naar iemand zijn gedachten. D. Iemand naar de huisarts sturen.
  13. Wat is de naam van het mythische wezen, waaraan binnen de Islam vaak een depressie aan wordt toegeschreven? A. Winti B. Djinn C. Tjukurpa D. Kazan
  14. Welke uitspraak over suïcide is waar? A. Door met een vriend over zelfmoord te praten, kun je hem op een idee brengen. B. Iemand die zelfmoord wil plegen, praat daar niet over. C. Over zelfmoord praten kan de druk eraf halen. D. Zelfdoding is meestal een impulsieve daad.
  15. In Zuid-Korea pleegde de zanger van een bekende boyband zelfmoord wegens een depressie. Waarvoor waren ze Zuid-Koreaanse autoriteiten bang toen deze zanger zelfmoord pleegde? A. Münchhausen bij proxy B. Copycat gedrag C. Misofonie D. Kyfose
  16. Hoe kun je een lichte depressie het best behandelen? A. Met antidepressiva B. Psychotherapie C. Met amygdalatherapie D. Met lichttherapie
  17. Welke uitspraak over antidepressiva is waar? A. Alleen een psychiater mag antidepressiva voorschrijven. B. Van antidepressiva kun je eetbuien krijgen. C. Antidepressiva zijn verslavend. D. Antidepressiva zorgen ervoor dat je seksleven normaal blijft.
  18. In welk land wordt per hoofd van de bevolking de meeste antidepressiva gebruikt? A. Nederland B. Japan C. Ijsland D. Engeland
  19. Welke uitspraak over sport en depressie is waar? A. Individuele sporters hebben meer kans op een depressie dan teamsporters. B. Als je depressief bent kun je beter gaan darten dan hardlopen. C. Van alle topsporters zijn bobsleeërs het gelukkigst. D. Hoe vaker je wint, hoe kleiner de kans op een depressie.
  20. Hoeveel procent van de mensen met een depressie hersteld binnen 3 maanden? A. 10% B. 25% C. 40% D. 50%

Tegenslagen Als je niet genoeg energie hebt, ga dan 2 plaatsen terug.

  1. Je moet op gesprek komen bij de manager. Je contract wordt niet verlengd en je moet opzoek naar een nieuwe baan. Dit levert veel stress op. Kost 5 energie
  2. Tijdens het scrollen op Instagram en Facebook kom je foto’s van een oud klasgenoot tegen. Deze klasgenoot heeft een goeie baan, een goeie relatie en ook nog eens het lichaam van een model. Dit maakt je erg onzeker. Kost 5 energie
  3. Door de prestatiedruk die je voelt op school of werk, begin je aan jezelf te twijfelen of je alles wel goed genoeg doet. Kost 4 energie
  4. Plotseling overlijdt er iemand die dichtbij je stond. Dit is een enorm moeilijke periode voor je. Kost 6 energie
  5. Je partner vertelt je dat het beter is om ieder zijn eigen weg te gaan en beëindigd de relatie. Hier heb je het enorm moeilijk mee. Kost 4 energie
  6. Door omstandigheden kan je geen nieuwe baan vinden. Hierdoor krijg je problemen met de financiën. Kost 5 energie
  7. Er is brand geweest, waardoor je veel van je bezittingen kwijt bent. Kost 5 energie
  8. Je krijgt te horen dat je gezakt bent voor je examen. Kost 4 energie
  9. Door een ongeluk kun je voor langere tijd niet meer werken en moet je de ziektewet in. Kost 5 energie
  10. Door pesterijen op je school of werkplek heb je een negatief zelfbeeld gekregen en is de motivatie weg. Kost 5 energie
  11. Je ouders gaan scheiden, hierdoor beland jij in een moeilijke situatie. Kost 4 energie
  12. Een van je beste vrienden verhuisd naar het buitenland, waardoor je hem veel minder of niet meer gaat zien. Kost 4 energie
  13. Je staat voor de spiegel en je ziet elke klein dingetje aan jezelf wat je niet goed vindt. Kost 4 energie
  14. Na je studie heb je een schuld opgebouwd. Maar doordat je nog geen werk hebt gevonden, kun je deze schuld niet snel genoeg terugbetalen. Kost 5 energie
  15. Door de financiën dreig je het appartement kwijt te raken. Er is helaas geen mogelijkheid om terug bij je ouders te gaan wonen. Kost 6 energie -> mag wel wat meer energie kosten

Bijeenkomst examinator

21 mei 2019

Vandaag hebben we een bijeenkomst gehad met een externe examinator. We moesten ons werk tot nu toe presenteren en hier krijgen we belangrijke tips bij. Hieronder een samenvatting:

Bijeenkomst examinator

Belangrijk: Wie is de doelgroep? -> Naasten en omstanders, maar welke leeftijd

  • Doelgroep jongeren 18 t/m 30 jaar

Bedenk even goed hoe je wil dat het spel gespeeld wordt. Op een tafel of op de grond.

  • Moet er begeleiding zijn bij het spel? Mogelijk samen met een psycholoog of iemand die er veel vanaf weet bij een organisatie, zoals @ease en Feel Good Connected. Het is geen familiespel, maar wordt gebruikt door zorginstanties.

Hoe wordt het spel verkocht?

Hoe groot wordt het spel? Zit er een doos bij? Welk materiaal is het?

Belangrijk: Zorg dat er een duidelijkere route in het spel zit. Het is in de schets niet gelijk duidelijk welke kant de spelers op moeten.

Waarom heb je gekozen voor dit onderwerp?

Bedenk welke naam je het spel geeft. Sfeer moet bij depressie passen, maar er moet niet meteen te zien zijn dat het over depressie gaat.

Testen is belangrijk!

Verder goed nadenken over de kleuren op het bord. Maar ook over de manier van exposeren.


Verder heb ik deze week nog een factuur laten maken bij Postmasters voor het printen van mijn kaartjes en heb ik een afspraak gemaakt voor 3 juni om mijn poppetjes te gaan maken. Voor de poppetjes wil ik een persoon inscannen in verschillende posities die te maken hebben met depressie. Deze worden dan geprint in 3D. Ook heb ik nog een afspraak gemaakt met Stichting Feel Good Connected om mijn spel te gaan testen op 30 mei.